Mallet finger

Over de klacht

Bij een mallet finger blijft het topje van uw vinger in buigstand staan. U kunt uw vingertop niet meer zelf strekken. Dit wordt veroorzaakt door het letsel van de strekpees bij de laatste vingerkoot. Uw vinger is pijnlijk en licht gezwollen rondom het gewricht van het eindkootje. U kunt ook last hebben van drukpijn tussen de nagel en het laatste gewricht.

Oorzaak

De oorzaak van een mallet finger is doorgaans een directe klap op de top van een gestrekte vinger, of een extreme buiging van het eindkootje. Hierdoor scheurt de strekpees van het laatste kootje af. In sommige gevallen scheurt de pees niet, maar trekt deze juist een stukje van het bot af.

Wat kunt u zelf doen?

Als u een spalkje krijgt, moet u deze altijd aanhouden en droog houden.

Behandeling

Uw arts voert lichamelijk onderzoek uit en maakt doorgaans een röntgenfoto om te bepalen of er botschade is. Er is meestal geen operatie nodig. U krijgt voor zes tot acht weken een spalkje die het eindkootje in strekstand houdt. Dit spalkje moet u altijd aanhouden en droog houden. U komt een paar keer terug voor controle bij de handtherapeut. Wanneer het spalkje geen resultaten geeft, of u heeft botschade die waarschijnlijk niet goed heelt, kan uw arts besluiten tot een operatie onder plaatselijke verdoving.

Nabehandeling

Als u alleen een spalkje heeft gedragen, dan beginnen de oefeningen met de handtherapeut nadat het spalkje is verwijderd. U moet het spalkje daarna nog wel twee weken ‘s nachts dragen. Wanneer u een operatie heeft gehad, draagt u voor korte tijd een gipsspalk en een mitella. Vervolgens draagt u zes tot acht weken een spalkje, waarna u met de oefeninen begint.