1. Diagnostiek

  • Intakegesprek met een handchirurg
  • Evaluatie van uw klachten
  • Lichamelijk onderzoek

2. Mogelijk aanvullend onderzoek

  • Röntgen
  • MRI-scan
  • Echo
  • EMG-onderzoek

3. Operatie

  • We opereren alleen wanneer dit noodzakelijk is

4. Nabehandeling

  • Handtherapie
  • Fysiotherapie
  • Ergotherapie

5. Meting van resultaten (op termijn)

  • Wetenschappelijk overzicht voor onze artsen
  • Verbetering van onze diensten

Vind een handchirurg bij u in de buurt

Ik heb eerst nog een vraag

Uw vraag helpt andere mensen

Vragen

Abboneer u gratis op ons kenniscentrum

Ontvang nieuws, tips, artikelen en meer

Verstuur

Over de klacht

U heeft het scafoïd gebroken, een scheepvorming handwortelbotje. Vier maanden na een gipsbehandeling of een operatie is de breuk echter nog niet genezen. Uw pols doet pijn aan de duimkant ter hoogte van het kuiltje aan de duimbasis. Zowel in rust als bij belasting kan uw pols pijnlijk zijn. Er is vaak een zwelling rond de duimkant en de pols ‘kraakt’ bij bepaalde bewegingen. De vuistgreep heeft minder kracht en sommige bewegingen zijn erg pijnlijk of onmogelijk.

Oorzaak

Een gebroken bot moet in rust genezen en mag niet worden belast. Soms blijft iemand rondlopen met een scafoïdbreuk zonder het door te hebben, omdat de breuk relatief weinig en korte pijn geeft. Dit zorgt voor pseudoartrose. De klachten kunnen in een later stadium opkomen, bijvoobeeld na een nieuwe breuk of door het ontstaan van artrose. Het komt ook voor dat de breuk niet goed geneest, ondanks vroege behandeling. Roken kan een oorzaak zijn, net als een breuk op een ongunstige plek met een beperkte doorbloeding.

Wat kunt u zelf doen?

Neem contact op met een arts wanneer u een breuk vermoedt na een val of wanneer u vier maanden na behandeling nog steeds klachten heeft. Het is belangrijk dat u onze adviezen opvolgt tijdens de gipsbehandeling. Het is daarnaast bewezen dat roken de botgenezing sterk benadeelt.

Behandeling

Hoewel pseudoartrose typerende klachten geeft, zal uw arts aanvullend onderzoek doen om de juiste behandeling te bepalen. Hij of zij maakt röntgenfoto’s van uw polsen, een CT-scan en mogelijk een MRI-scan om de doorbloeding van het scafoïd te bekijken. Uw arts kijkt ook of er artrose is ontstaan. Soms is een kijkoperatie hiervoor zinvol. Als het kraakbeen rondom het botje intact is, adviseert uw arts mogelijk een hersteloperatie. Hiervoor wordt vers bot uit het spaakbeen gehaald. De breuk wordt gefixeerd met pennen of een schroef.

Nabehandeling

Na de operatie draagt u zes tot tien weken een gipsspalk. U krijgt na acht weken een CT-scan om de botdoorgroei vast te stellen. U kunt rustig uw pols weer gebruiken zodra de gipsspalk af is. U wordt hierbij ondersteund door een handtherapeut. Het kan een paar weken duren voordat u uw pols goed kunt bewegen. Het duurt vaak langer voordat de volledige kracht in uw pols terug is.

Risico's

Onbehandelde pseudoartrose kan leiden tot arbeidsongeschiktheid en beperkingen binnen uw sociale leven. Als u een operatie ondergaat zijn er ‘standaard’ risico’s waar u rekening mee moet houden. Zo is er een nabloeding of een infectie mogelijk, of geneest een wond mogelijk niet zoals verwacht.

Neem contact op met een arts