Over de klacht
De skiduim is het meest voorkomende armletsel bij skiërs. Hierbij verrekt, scheurt of verslapt de gewrichtsband aan de binnenkant van de duim. Deze gewrichtsband geeft samen met andere gewrichtsbanden stevigheid aan het onderste gewricht van de duim. Het duimgewricht kan instabiel worden wanneer het gewrichtsband wordt beschadigd. Een skiduim zorgt direct na het ongeval voor een zwelling met pijn aan de binnenkant van de duim. U kunt ook last hebben van krachtverlies. Oorzaak
Een skiduim ontstaat wanneer de duim tijdens het skiën achter de skistok blijft hangen. Er ontstaat dan een harde en naar buiten gerichte kracht op het onderste duimgewricht. Hierdoor beschadigt de gewrichtsband aan de binnenkant van de duim. Naast een verrekking kan de gewrichtsband gedeeltelijk of helemaal scheuren. Soms scheurt daarbij ook een botfragment. Er kan ook chronisch letsel ontstaan doordat de gewrichtsband herhaaldelijk wordt uigerekt. Wat kunt u zelf doen?
Soms vallen de pijnklachten mee en zoekt iemand niet meteen medische hulp. Als u last blijft houden van een zeurende pijn aan de binnenkant van uw duim, neem dan alsnog contact op met een arts. Behandeling
U krijgt eerst een lichamelijk onderzoek. Daarna volgt vaak een röntgenfoto om te kijken of er een botfragment is afgescheurd. Als het gewrichtsband gedeeltelijk is beschadigd, krijgt u een gipsbehandeling van drie tot vier weken. Een operatie is pas nodig als de gewrichtsband helemaal is afgescheurd of als er een botfragment is afgescheurd. De operatie gebeurt onder regionale verdoving. De arts boort meestal een ijzerdraad door het duimgewricht voor stabilisatie. Nabehandeling
U draagt zes weken gips. Hierna wordt de ijzerdraad verwijderd en begint u met oefeningen en handtherapie.
Risico's
Bij iedere operatie zijn er ‘standaard’ risico’s waar u rekening mee moet houden. Zo is er een nabloeding of een infectie mogelijk, of geneest een wond mogelijk niet zoals verwacht.
Neem contact op met een arts